P. Steenhuis

‘Kleine Ping heeft een krekel in een kooitje, zoals veel Chinesebr /kinderen. ,,Krekel,” zegt Kleine Ping, ,,ik ben vanochtend vroegbr /opgestaan, want het wordt een fijne dag vandaag, denk jebr /niet?” Tssjirp antwoordt de krekel.’br /Zo begint het avontuur van Kleine Ping, een klein Chineesbr /jongetje dat met zijn moeder en oma in Peking woont. Voor hij met zijn vriendjes kan gaan spelen, moet hij van zijn moeder eerst boodschappen doen. Een grote vis en een zak rijst. Ping neemt zijn vriendjes, de krekel en zijn oma mee, in de bak van zijn grote driewielfiets. Het is heel druk in de straten van Peking: er is iets aan de hand. Kleine Ping en zijn vrienden zijn nieuwsgierig en gaan op het grote plein kijken, waar een groot sportfeest is. Daar loopt alles in het honderd. Maar gelukkig redden Kleine Ping en zijn oma zich eruit. En de krekel? Die zegt: Tssjirp!